De grondleggers van Systemisch werken gaan ervan uit dat veel van onze (onbewuste) overtuigingen, patronen en gedragingen hun oorsprong vinden in de systemen waarin we zijn opgegroeid, waarin we leven en werken. Systemisch werken is een manier om inzicht te krijgen in je plek in een systeem.
Werkwijze
Bij een familie opstelling in een groep representeren anderen jouw familieleden. Je kiest dan zelf de deelnemers uit die je ten opzichte van elkaar in de ruimte plaatst. In mijn praktijk werk ik 1-op-1 met een tafelopstelling. In plaats van met mensen werken we met houten poppetjes of andere voorwerpen. Ook werk ik met zogenaamde vloerankers.
Symbolen
Naast familieleden kun je ook symbolen opstellen: je werk, je onzekerheid, jezelf als klein meisje, je sombere en je vrolijke kant, je toekomst, je angsten, je handicap, je lijf. Juist door er vanaf een afstand intens naar te kijken, en te voelen wat je voelt, ontdek je weer nieuwe mogelijkheden.
Bij een opstelling zijn weinig woorden nodig, er mag vooral worden gevoeld. De niet direct zichtbare relaties tussen familieleden en de patronen in het familiesysteem worden op een integere wijze aan het licht gebracht.
Voor welke problemen en vragen is een familieopstelling geschikt?
Een aantal voorbeelden:
- Je hebt het gevoel dat iets je steeds tegenhoudt terwijl je juist vooruit wilt
- Je hebt last van levenslessen die je van huis uit hebt geleerd, bv: alles moet perfect, geen ruimte geven aan emoties, altijd klaar staan voor een ander
- Je voelt meer verdriet, angst of boosheid dan je zou verwachten bij je situatie
- Je botst met je kinderen of partner, en krijgt er geen vat op hoe dat komt
- Je bent tussen iedereen aan het bemiddelen, je voelt je oververantwoordelijk of je houdt je juist op de achtergrond
- Anderen zitten teveel op jouw huid, je hebt het gevoel van alles te ‘moeten’
- Je houdt moeilijk relaties in stand of je blijft juist te lang in een ongezonde relatie ‘hangen’
Balans in het familiesysteem
Volgens de theorie van Bert Hellinger (de grondlegger van het systemisch werk) raakt een systeem in onbalans als er iets niet klopt binnen de drie volgende ‘wetten’:
- De wet van geven en nemen: wie in het systeem geeft teveel / ontvangt te weinig?
- De wet van (volg)orde en plek: In hoeverre neemt iedereen zijn plek in / vindt er hier een rolverwisseling plaats? (bv een kind dat zich verantwoordelijk voelt voor een ernstig zieke ouder)
- De wet van (ver)binding: is er een verstrikking / té veel binding tussen familieleden? Of is er te weinig of geen (emotionele) verbinding?
Resultaat
Na een familieopstelling heb je meer zicht op de balans in het familiesysteem. Als er meer duidelijkheid is in hoeverre je onbalans voelt doordat er iets niet klopt in de wetten in jouw familiesysteem, kun je vervolgens vanuit jouw perspectief gaan werken aan het herstel. Hiertoe maken we een eerste aanzet tijdens de afronding van de opstelling. Dit is een bewustwording die op diep niveau ook na de opstelling nog zal doorwerken.
Tafelopstelling
Vaak wordt er gewerkt met een tafelopstelling. Ik geef je dan een aantal voorwerpen (poppetjes, blokjes, etc) die staan voor mensen uit jouw familie. Die leg je neer op tafel op een manier die voor jou klopt. Je kijkt er nog eens naar, verandert nog eens iets, totdat je vindt dat het goed is. Uit zo’n familieopstelling kunnen zowel de coach als jij zelf al veel concluderen: je kijkt naar de opstelling en je “ziet” van allerlei feiten, zoals; die kijkt daarheen, die staat apart, die staat er niet bij etc…
De opstelling ontwikkeld zich verder doordat er familieleden worden verplaatst of worden bijgezet. Wat doet dat met jou? Hoe voelt dat wat er nu neer gezet is? Samen bekijken we wat een stap of inzicht zou zijn met wat je nu hebt neergelegd. En hoe je daar praktisch handen en voeten aan kunt geven.
Vloerankers als familieopstelling
Wat je op zo’n tafel doet met poppetjes of stenen, kun je ook op de vloer doen. Ik geef je dan een aantal vellen papier of matjes, die elk staan voor iemand uit je familie of mensen uit de situatie waarin jouw hulpvraag ligt. Die leg je dan ergens in de ruimte neer. En je kijkt ernaar. Een extra voordeel boven de tafelopstelling: je gaat eens op de plek van iemand anders staan, om te voelen hoe het voor die persoon voelt. En je kijkt vanaf die plek eens naar jezelf. Deze oefening kan je zóveel inzichten geven: ik had eens een cliënt die zo vanaf een afstand opeens zag wat er schortte aan haar relatie, en hoe ze het anders moest doen.
De therapeut als representant
Als therapeut kan ik ook samen met jou een mini-familieopstelling doen. Ik ga tegenover je staan, en representeer bijvoorbeeld je moeder. Je sluit je ogen, doet ze weer open, en kijkt in de ogen van je moeder. Wat gebeurt er dan, wat voel je, wat roept het bij je op als je naar me kijkt? Wat wil je zeggen, welk verlangen of gemis wil je benoemen? Bij zo’n intieme en kwetsbare opstelling is de veiligheid van een 1-op-1-situatie juist weer een groot voordeel.